Telecomaanbieders die een toestel met abonnement aanbieden, moeten dat zien als een lening. Ze moeten het daarom ook registreren bij het Bureau Krediet Registratie (BKR) in Tiel. Dat is de uitkomst van het mislukte overleg tussen de telecomsector en de minister van Financiën.
Gedragscode voor toestel met abonnement
Maandenlang voerden de mobiele aanbieders en minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem overleg. Inzet: een gedragscode rondom het verstrekken en betalen van smartphones bij abonnementen. De uitkomst daarvan is bedroevend voor de mobiele aanbieders: ze mogen niet meer zomaar een smartphone bij een abonnement leveren. Ze moeten zich nu houden aan dezelfde regels als banken en kredietverstrekkers.
Als de smartphone moet worden afbetaald, moet dat worden gemeld aan het Bureau Krediet Registratie in Tiel. Wie de telefoon in één keer afrekent, hoeft niet te worden gemeld.
Koop op afbetaling
In 2014 oordeelde de Hoge Raad al dat het verstrekken van een ‘gratis toestel’ bij een abonnement eigenlijk niet gratis is, maar een koop op afbetaling. De prijs van het abonnement wordt doorberekend in het maandelijkse abonnementstarief.
Volgens de Hoge Raad hebben providers daarmee jarenlang de Wet op het Financieel Toezicht (WFT) overtreden. De verkoop van een toestel met abonnement moest daarom als kredietverstrekking gezien worden. De minister gaat daar nu in mee.
Strenge regels
Telecomaanbieders moeten zich nu gaan houden aan strenge regels. Ze moeten bijvoorbeeld precies vertellen hoeveel de telefoon kost, wat de maandtermijn is, welk rentepercentage geldt en wat de uiteindelijke kosten over de hele periode zijn. Dat geldt niet voor toestellen onder de 250 euro.
De aanbieders van abonnementen met een smartphone moeten bij reclamecampagnes ook ‘Let op: geld lenen kost geld’ in beeld zetten en op de radio dezelfde melding laten horen.
Teleurstelling
De telecomsector is niet blij met het besluit. In een gezamenlijke brief aan de Tweede Kamer zeggen KPN, Vodafone, T-Mobile, Tele2 en Ziggo teleurgesteld te zijn. Zij wilden een gedragscode om zo de concurrentie te blijven behouden. Daar ging de minister niet in mee.