De overheid werkt aan locatiediensten voor het alarmnummer 1-1-2. Als iemand belt, verschijnt dan op een scherm waar de beller zich bevindt. Het ministerie van Veiligheid & Justitie schrijft aan de Tweede Kamer aan een verbetering van het systeem te werken.
Locatiediensten 1-1-2 alleen op landelijk niveau
Wie nu het landelijke nummer 1-1-2 belt, deelt automatisch zijn of haar locatiegegevens met de landelijke alarmcentrale. De mobiele provider geeft de informatie door via Cell-ID. Alleen de ruwe locatie is zichtbaar, maar nog geen exacte locatie.
De regionale meldkamers hebben dat systeem nog niet. Daarvoor moet het systeem aangepast worden. Die aanpassingen worden volgens het ministerie in het voorjaar van 2018 geïmplementeerd.
Locatie delen via SMS
Het nieuwe systeem gaat zo werken: een beller krijgt van de regionale meldkamer een SMS, waarin hij of zij wordt uitgenodigd de exacte locatie door te geven. In de SMS staat een link die aangeklikt moet worden.
Het ministerie van Veiligheid & Justitie geeft aan niet te vaak gebruik te willen maken van die manier van locatie delen. De beller moet uitdrukkelijk toestemming gaan geven. Binnenkort kan dat via een sms en via een app. Toch hoopt de overheid dat burgers vaak genoeg zelf kunnen doorgeven waar ze zijn.
Voice over Wi-Fi
Er is nog één bijkomend probleem: Voice over Wi-Fi kan geen locatie delen met de alarmcentrale. Bij bellen via Wi-Fi wordt er namelijk geen Cell-ID meegestuurd. Daarom geeft de overheid providers geen toestemming 1-1-2 bereikbaar te maken bij het bellen via Wi-Fi.
Telecomexperts schrijven dat een gesprek over Wi-Fi in deze gevallen wenselijker is dan geen gesprek. Ze zien nog geen oplossing voor het probleem.
