Het overgrote deel van de Nederlandse jongeren van dertien tot en met negentien jaar oud kan niet langer dan een paar uur zonder zijn of haar mobiele telefoon.
Volgens de eerste resultaten zou blijken dat er bij afwezigheid van de mobiele telefoon voor een bepaalde periode effecten optreden die vergelijkbaar zijn met de effecten die waarneembaar zijn bij ‘klassieke’ verslavingen als bij alcohol, drugs en gokken. De onderzoekers ijveren dan ook voor verdere wetenschappelijke onderbouwing van de problematiek en onderzoek naar de behandeling.
Het is het eerste grootschalige onderzoek onder Nederlandse jongeren en het gebruik van hun mobiele telefoon. Eerdere onderzoeken van deze omvang vindt men vooral terug in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, waar de problematiek omtrent de zogenoemde moderne verslavingen als games en mobiele telefoons.
Het onderzoek richtte zich uitsluitend op de groep jongeren tot en met 21 jaar, omdat dat in verhouding de grootste groep is die gebruikmaakt van moderne technieken als de mobiele telefoon. Bovendien waren zij het beste te bereiken, omdat scholieren zich concentreren op en rondom middelbare scholen en dat bij voorbaat een goede uitgangspositieve voor de onderzoekers bood.
Verschillen klein tussen afhankelijk zijn van alcohol of mobiele telefoon
De eerste resultaten tonen bijzondere gelijkenissen tussen de afhankelijkheid van een middelbare scholier voor de mobiele telefoon en een zogeheten klassieke alcohol-, gok- of seksverslaving. Zo bewijst het onderzoek dat het lichaam bij het niet in de nabijheid hebben van een mobiel apparaat dezelfde stofjes aanmaakt als wordt waargenomen bij een ernstig gebrek aan nicotine, de stof waar rokers in beginsel verslaafd aan raken. Dat leidt er onder meer toe dat er naast psychische ongemakken – een sterke drang naar datgene waar men verslaafd aan is – ook dezelfde lichamelijke gebreken worden waargenomen: er treden dus daadwerkelijk ontwenningsverschijnselen op. De effecten zouden bij maar liefst zeventig procent van de ondervraagden aanwezig zijn.
Voor het onderzoek zijn bijna tweeduizend scholieren uit alle lagen van de Nederlandse bevolking gevraagd, verdeeld over groot aantal gemeenten verspreid door het land. De scholieren werd een aantal enquêtes voorgelegd die zijn anoniem en naar alle eerlijkheid moesten invullen.
Betere behandeling verslavingen als streven
Hoewel er een groot aanbod aan referentiemateriaal uit het buitenland beschikbaar is, zijn de geboekte resultaten volgens Franssen toch bijzonder te noemen en helpt het de behandeling en de ontwikkeling daarin hoogstwaarschijnlijk met sprongen vooruit. ‘Doordat we nu ook onder Nederlandse jongeren hebben aangetoond dat de ernstige afhankelijkheid van de mobiele telefoon geen mythe is, maar het een reële keuze is om in opvallend veel gevallen diezelfde afhankelijkheid als verslaving te categoriseren, wordt het probleem erkend en kan er nu doelmatig en efficiënt naar een oplossing worden gezocht’, aldus de onderzoeker.
In het buitenland zijn overigens andere aantallen bekend dan die waarmee de Nederlandse onderzoekers mee komen, maar overzee is men wel degelijk verder met de diagnostisering en behandeling van betrekkelijk nieuwe vormen van verslaving. Ook Franssen is die mening toebedeeld: ‘we nemen alle jurisprudentie in de medische wereld aangaande dit onderwerp mee in ons onderzoek, als vanzelfsprekend. Samen met onze Amerikaanse en Britse collega’s wordt op dit moment gekeken naar hun vormen van behandeling: ze hebben er op dit moment zelfs al speciale instellingen ingericht om patiënten op een professionele wijze te kunnen begeleiden.’