Bijna een kwart van de 75-plussers heeft een smartphone. Daarmee is het percentage van ouderen dat een smartphone bezit flink gegroeid.
Meer ouderen met smartphone
Drie jaar geleden had één op de tien 75-plussers een smartphone. Nu is dat al één op de vier. Dat houdt in dat het percentage in deze leeftijdscategorie flink stijgt. Dat komt volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek vooral door de ‘jongere’ 75-plussers.
De afgelopen jaren kwamen er veel 75-plussers bij. Steeds meer ouderen weten hoe het apparaat werkt. Feit blijft wel dat de meeste ouderen geen of minder vaak internet gebruiken op de telefoon.
Meer dan de helft op internet
Meer dan de helft van de ouderen geeft aan via de laptop, desktop of tablet te internetten. In bijna één op de drie gevallen wordt er een smartphone gebruikt. Ouderen geven de voorkeur dus vooral aan andere apparaten om mee te internetten.
Tegenwoordig hebben ouderen steeds vaker thuis beschikking over internet. Dat was in 2012 nog anders: toen kon 40 procent van de 75-plussers thuis gebruikmaken van internetten. Dat is nu meer dan 60 procent.
Echt gebruiken
Opvallend is dat de helft van de 75-plussers wel internet heeft, maar geen flauw idee heeft hoe het werkt. Dat kan komen doordat internet bijvoorbeeld in een alles-in-één-pakket zat, dat goedkoper was dan alles apart afsluiten.
94 procent van de Nederlanders heeft thuis toegang tot internet. 92 procent maakt er ook daadwerkelijk gebruik van. Deze percentages zijn niet veranderd ten opzichte van 2012.