De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft het onderzoek naar de providers KPN, Vodafone en T-Mobile afgerond. De toezichthouder startte in 2011 een onderzoek omdat het de aanbieders verdacht van mogelijke kartelvorming.
Providers niet langer onder vergrootglas
De providers kwamen tijdens het onderzoek onder een vergrootglas te liggen. Nu vindt de Autoriteit dat dit niet meer nodig is. In 2011 deed de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) gelijktijdig invallen bij KPN, Vodafone en T-Mobile omdat de NMa dacht dat de bedrijven hun gedrag op elkaar zouden afstemmen.
Bij de inval werd administratie in beslag genomen en en werden bestuursleden gehoord. Aanleiding voor de inval was waarschijnlijk het besluit om telefoongesprekken op hele minuten af te ronden, in plaats van per seconde. Providers kwamen gelijktijdig met dat idee.
Bewijslast
De Autoriteit Consument en Markt kreeg de bewijslast maar niet rond. Daardoor kon de toezichthouder niet hard maken dat er daadwerkelijk sprake was van concurrentie belemmerend gedrag. Wel maakte de toezichthouder tussen 2013 en 2014 afspraken met de drie providers om te voorkomen dat de providers wel hun gedrag op elkaar zouden afstemmen.
Die afspraken lopen op 7 januari 2017 af. Volgens de ACM is er geen reden meer om de afspraken te verlengen. Het onderzoek is gestopt. Dat houdt niet in dat de toezichthouder achterover kan zitten; het blijft de mobiele telecommarkt streng in de gaten houden. Maar het komt niet meer onder een vergrootglas te liggen, waar de afgelopen jaren wel sprake van was.